Navigatie overslaan
11 september 2023

Op zoek naar verborgen grutto-ondersoorten

Delip Das, bioloog uit Bangladesh, doet promotieonderzoek bij de bekende RUG-ornitholoog Theunis Piersma. Zijn veldwerk werpt nieuw licht op nooit eerder onderzochte trekroutes van groepen grutto’s in Bangladesh. “Grutto’s zijn waardevolle ‘kanaries in de mijn’ als het gaat om het behoud van gezonde delta’s. Ook voor Nederland is dit heel relevant.”

Tekst: Nienke Beintema, foto's @Shariful Islam

Grutto’s, met hun elegante lange poten en snavels, zijn al tientallen jaren ambassadeurs van de Nederlandse ‘rijke weiden’. Door de intensivering van de landbouw zijn ze in de afgelopen jaren sterk in aantal afgenomen. Onderzoekers zoals RUG-hoogleraar Theunis Piersma bestuderen onze grutto’s zowel in Nederland als in hun overwinteringsgebieden langs de Mauritaanse kust. Wat maar weinig mensen weten, is dat dezelfde soort grutto ook voorkomt in andere delen van Eurazië. Zo zijn er grutto’s die broeden in Midden-Europa, Siberië en China, en vervolgens overwinteren in Bangladesh. Maar niemand weet precies hoe deze grutto’s migreren, hoeveel ondersoorten er zijn en welke uitdagingen ze tegenkomen op de verschillende plekken in hun verspreidingsgebied.

Delip Das, bioloog uit Bangladesh, kwam naar Groningen om deze mysteries te ontrafelen. “Deze kennis is nodig om de Aziatische grutto’s goed te kunnen beschermen”, zegt hij. “En hierdoor leren we ook veel nuttigs over Europese grutto’s.”

Vertel eens wat meer over die grutto’s in Bangladesh.

“Bangladesh is ecologisch gezien heel interessant: het ligt ingeklemd tussen India en het Thais-Maleisische schiereiland. Het land is eigenlijk één groot wetland: de delta van verschillende grote rivieren die vanuit de Himalaya naar beneden stromen. Grutto’s overwinteren hier op twee plekken: in wetlands in het noorden en langs de waddenkust in het zuiden. We weten dat verschillende ondersoorten daar door elkaar heen leven, maar we weten niet hoeveel het er zijn, of waar ze vandaan komen. Het zijn waarschijnlijk zo’n 10.000 tot 20.000 grutto’s, maar het kan goed zijn dat er nog meer groepen zijn, op onbekende plekken. Deze ecosystemen in het noorden en het zuiden zijn heel verschillend. Ik vroeg me af: waarom kiezen ze voor zulke verschillende overwinteringsplekken? In mijn ogen zou het zuiden veel geschikter zijn in termen van voedselbeschikbaarheid. Maar niemand heeft dit ooit onderzocht. Het is één grote zwarte doos.”

Waarom is het belangrijk dat hierover meer bekend wordt?

“Als we trekvogels willen beschermen, dan moeten we alle relevante locaties langs hun vliegroutes beschermen. Maar dan moeten we eerst begrijpen hoe en waarom grutto’s hun overwinteringsplekken kiezen. Er kan bijvoorbeeld concurrentie zijn om voedsel, of antropogene drukfactoren zoals vogeljacht, rijstteelt, visserij en landbouw. Ik probeer die bedreigingen en de ecologische beperkingen van deze vogels te begrijpen, zodat we ze hopelijk in de toekomst beter kunnen beschermen.”

Hoe ziet jouw veldwerk eruit?

“Het is avontuurlijk en lastig. Afgelegen, gevaarlijk en ook heel hard werken. Maar ik houd wel van zulke avonturen. Stel je voor: je staat rond middernacht op het wad, het is nieuwe maan en pikdonker. Het is januari: koud, winderig en mistig. Je hebt grote netten uitstaan om grutto’s te vangen, in de hoop dat je er een paar kunt voorzien van GPS-zenders. Je staat tot aan je borst in het water en het wordt vloed. Elk halfuur check je alle netten en tussendoor kruipen jij en je collega’s dicht tegen elkaar aan om warm te blijven. En je vangt helemaal niets, haha!”

Echt? En wat doe je dan?

“Op een nacht speelde dat scenario zich precies zo af: weer geen geluk. Opeens hoorde ik een paar duizend grutto’s de lucht in gaan. Een machtig geluid, als een straalvliegtuig dat opstijgt. Ik dacht: dat was het dan voor vanavond, die zien we niet meer terug. Maar toen bleek dat ze vlak naast onze tent waren neergestreken. Ik scheen met mijn zaklamp en daar waren ze: drieduizend grutto’s in een piepklein wetland. Overal hoorde je hun geroep – een magisch geluid. Dus de volgende nacht zetten we onze netten dáár neer, wadend door diepe plakmodder vol bloedzuigers. Ik kwam vast te zitten: iemand anders moest me eruit trekken. Het was een heftig avontuur, maar uiteindelijk hebben we dertien grutto’s gevangen die nu GPS-zenders dragen. Een geweldig resultaat.”

Is jouw drijfveer dat avontuur…? Of wetenschappelijke nieuwsgierigheid?

“Nee, mijn drijfveer is mijn liefde voor vogels – en mijn voorliefde voor het oplossen van wetenschappelijke puzzels. In de tussentijd geniet ik wel erg van de avonturen die mijn veldwerk met zich mee brengen. Dit kun je niet volhouden als je het avontuur niet leuk vindt. Dit voorjaar ga ik weer op veldwerk, om hopelijk zo’n veertig GPS-zenders aan te brengen.”

Hoe ben je in de biologie terechtgekomen?

“Op de middelbare school vond ik het vak al leuk, dus besloot ik biologie te gaan studeren. Tijdens mijn bacheloronderzoek verloor ik mijn hart aan een geweldige vogelsoort, de Indische schaarbek. Wat een intrigerende en elegante vogel is dat: hoe hij vlak boven een wateroppervlak scheert, terwijl het puntje van zijn ondersnavel het water raakt. Zo werd ik ook verliefd op modder en water.” Hij lacht. “Maar niet op het ijskoude water dat jullie hier hebben. Hoe dan ook: ik heb jarenlang onderzoek gedaan naar deze Indische schaarbekken, ook tijdens mijn masterfase. Deze soort is bedreigd, onder meer door niet-duurzame visserij.”

Hoe kwam je dan uit bij de grutto?

“Naarmate ik verder kwam met mijn onderzoek, realiseerde ik me dat ik de vaardigheden en expertise miste die ik nodig had om echt een verschil te maken. Ook had ik geen professioneel netwerk. In 2018 probeerde ik een conferentie bij te wonen van de International Wader Study Group, een internationale expertgroep. Die bijeenkomst was in Portugal. Maar mijn visumaanvraag werd afgewezen. Ik was zwaar teleurgesteld, vooral omdat het voor mij al de tweede keer was dat een visumaanvraag mislukte. Het was echt verschrikkelijk. Collega’s en vrienden steunden me en moedigden me aan om het niet op te geven. Niet lang daarna las ik een paper van Theunis Piersma en zag ik een filmpje van zijn onderzoek aan kanoetstrandlopers bij het NIOZ op Texel. Ik dacht bij mezelf: dit is wat ik wil! Die rare Nederlanders, die doen het allemaal maar gewoon, en ze weten alles van moerassen en wadden. En toen, door een gelukkig toeval, was de volgende bijeenkomst van de Wader Study Group in Workum én kreeg ik een visum. Ik kon eindelijk gaan. Het was geweldig. Dit was mijn thuis, dit waren mijn mensen.”

Had Theunis een baan voor je?

“Niet meteen, nee. Hij had natuurlijk beperkte middelen en hij had al genoeg promovendi. Een paar jaar lang bleef ik hem schrijven. Eigenlijk was ik hem aan het stalken.” Das lacht hartelijk. “Theunis was erg geïnteresseerd, dus hij vroeg me mijn ideeën op papier te zetten, wat ik deed. Uiteindelijk kreeg hij wat geld bij elkaar – en ik kreeg extra financiering van de Nederlandse en Franse ambassades in Dhaka voor mijn veldwerk, dat relatief duur is omdat het zo afgelegen en ingewikkeld is. In ieder geval mocht ik eindelijk naar Groningen komen. Ik was zó blij.”

En, hoe gaat het tot nu toe?

“Wereldwijd zijn er vier ondersoorten van de grutto, waaronder de pas ontdekte bohaii-ondersoort. Bohaii-grutto’s zijn in 2021 in China ontdekt door Bing-run Zhu, een andere promovendus van Theunis. Dankzij mijn genetische werk weet ik nu dat er in Bangladesh drie grutto-ondersoorten zijn, wat nieuwe informatie is. Het lijkt erop dat Bangladesh een wereldwijd knooppunt is voor de meeste gruttopopulaties in de wereld. We hebben ontdekt dat de noordelijke groep, die in het binnenland overwintert, ook gebruik maakt van het wad aan de zuidelijke kust wanneer de noordelijke habitat voor hen niet beschikbaar is.”

Heb je nog meer ontdekt?

“Dankzij de GPS-zenders weten we nu dat grutto’s zelfs op grotere hoogten over de Himalaya heen vliegen dan de Indische gans, een ultieme hoogtevlieger. Vroeger dacht men dat grutto’s liever om de Himalaya vliegen dan er overheen. Ongelofelijk hoe ze door zo’n ruig landschap navigeren, met die enorme hoogtes en ijzige stormen. Daarnaast zijn de grutto’s in Bangladesh, net als in Nederland, goede indicatoren voor de bodembiodiversiteit en daarmee voor de kwaliteit van ecosystemen. Mijn visie is dat we grutto’s kunnen gebruiken als ‘kanaries in de mijn’ om te helpen bij het behoud van gezonde delta’s.”

Ben je wat dat betreft optimistisch?

“Ik heb er alle vertrouwen in dat mijn onderzoek kan bijdragen aan het realiseren van die visie. Het zal zeker meer kennis opleveren – en daar zullen mensen ook van profiteren. Bangladesh is een ideale proeftuin om nieuwe, innovatieve benaderingen van natuurbehoud te ontwikkelen in een van de meest dichtbevolkte gebieden ter wereld. Je kunt niet zomaar zeggen: mensen mogen die gebieden niet meer gebruiken. We moeten een manier vinden om over te stappen op landgebruik waarbij mensen en wilde dieren naast elkaar kunnen bestaan – iets wat ook zeer relevant is in jullie land. De parallellen zijn frappant.

Ik hoop dat mijn onderzoek nieuwe perspectieven zal opleveren – belangrijke perspectieven voor de bescherming van de gehele trekroute van deze soort. Dat is nog onontgonnen terrein. Het wordt tijd dat we daarin verandering brengen.


Delip Das (1986) studeerde biologie aan de Universiteit van Jahangirnagar in Bangladesh. Hij behaalde vervolgens een master in bioinformatica aan de Universiteit van Mumbai in India. Sinds tien jaar doceert hij aan de Jagannath Universiteit in Dhaka, Bangladesh. In april 2021 begon Das een promotieonderzoek aan de RUG.

Meer nieuws