Navigatie overslaan

Deze site gebruik cookies om je beleving te verbeteren. Cookieverklaring

De Rijksuniversiteit Groningen is al meer dan vier eeuwen onlosmakelijk verbonden met de stad Groningen.

Het UEF draagt de naam van Ubbo Emmius, eerste rector magnificus van de universiteit.

Ontdek wie Ubbo Emmius was en hoe het UEF zijn bijdrage aan de wetenschap in de 21e eeuw voortzet.

Eerste rector magnificus

De Ordines is de stichtingsakte van de Rijksuniversiteit Groningen. Het document gaf in 1614 het startsein voor meer dan 400 jaar wetenschapsbeoefening.

Ubbo Emmius noemde de akte een ‘eeuwig geldend edict’, waarin hij de stad Groningen als volgt omschreef:“... de bekoorlijke ligging ervan is vermaard, de lucht zuiver en heilzaam, de voedselvoorziening van elk soort overvloedig en gemakkelijk en er is een grote rijkdom aan gerieflijke gastenverblijven…”

Een plakkaat van de stichtingsakte werd in binnen- en buitenland verspreid om nieuwe studenten aan te spreken. In 1614 startte de universiteit met zes hoogleraren voor de faculteiten theologie, rechten, geneeskunde en de vrije kunsten. Er waren 82 studenten, waarvan 30 niet afkomstig uit Nederland.

Ruim vier eeuwen later in 2020, telt de Rijksuniversiteit Groningen 6.500 medewerkers waarvan 1.600 niet-Nederlands, en zijn er 34.000 ingeschreven studenten waarvan 8.250 afkomstig uit het buitenland.

Afgebeeld: de Ordines, de oorspronkelijke stichtingsakte van de RUG uit 1614. U vindt op deze pagina een Nederlandse vertaling door Zweder von Martels.

Verspreider van kennis

Ubbo Emmius was naast rector magnificus ook hoogleraar Geschiedenis. Hij was bedreven in de tijdrekenkunde: een voor die periode vernieuwende manier om historische gebeurtenissen weer te geven in tijdlijnen.

In 1619 schreef hij een geschiedenis van de wereld, getiteld Opus chronologicum novum, pluribus partibus constans, of: een nieuw chronologisch werk in meerdere delen. Het was één van de eerste grote publicaties van de universiteit, gedrukt in kostbare gekleurde inkt.

Historische bronnen waren in de 17e eeuw niet altijd overzichtelijk. Ubbo Emmius vernieuwde de geschiedschrijving door tijdlijnen te ontwerpen op basis van zijn eigen berekeningen en onderzoek. Door het introduceren van data in de verhalen over het verleden, voegde hij een ruimtelijke dimensie toe aan het vak geschiedschrijving.

Net zoals veel onderzoekers nu, wilde Ubbo Emmius wetenschappelijke kennis toegankelijk maken voor een breder publiek. Zijn Opus Chronologicum Novum is een blijvende herinnering aan de rol die de RUG al meer dan vier eeuwen speelt in de ontwikkeling en verspreiding van kennis.

Voorblad gedrukt in kleureninkt van Opus Chronologicum Novum (1619), een geschiedenis van de wereld door Ubbo Emmius

Een voorbeeld van de tijdlijnen die Ubbo Emmius zelf tekende om de geschiedenis zo overzichtelijk mogelijk weer te geven

Liefde voor de natuur

Ubbo Emmius was historicus, geen ecoloog. Toch sprak hij in zijn werk regelmatig met liefde over het Noord-Nederlandse landschap. Nu de toekomst van de regionale flora en fauna niet langer voor zich spreekt, steunt het UEF projecten in de geest van zijn bewondering.

In zijn Rerum Frisicarum Historiae, of Geschiedenis van de Friese Landen, gaf hij een unieke gedetailleerde impressie van de natuur zoals die er in het jaar 1616 uitzag:

“En bovendien zijn er vogels van allerlei soort: zee-, kust-, land- en huisvogels. Vooral in bepaalde delen is er een geweldig en ongelooflijk aantal zwanen in de stromen en vijvers, en een oneindig getal aan ganzen en eenden.

Duikers, meerkoeten, hazelhoenen, patrijzen, duiven, pauwen, auerhoenen, kraanvogels, lijsters, spreeuwen, meeuwen, kieviten, en zeer veel andere soorten komen over het algemeen in een zulke hoeveelheid voor dat ze niet enkel toereikend kunnen zijn tot nut voor de mensen, maar ook voor hun luxe.

En behalve dat er vogels zijn die geschikt zijn als delicatesse, zijn er ook die dienen tot vermaak, vooral de leeuweriken. Het grootste deel van het jaar weerklinkt het gehele land van hun voortdurende gezang, tot buitengewoon genot van de mensen die het horen.”

Levensloop Ubbo Emmius

Ubbo Emmius werd geboren in 1547 in Greetsiel, Oost-Friesland, net over de Duitse grens. In 1576 vertrok hij naar Genève om te studeren bij de Franse rechtsgeleerde en theoloog Theodorus Beza. Hij keerde in 1579 terug naar zijn geboorteplaats en werd rector van de school in het nabijgelegen Leer.

In Leer ontmoette hij prominente Groningers die de Spaanse bezetter waren ontvlucht. Nadat de stad Groningen in 1594 weer in Nederlandse handen kwam, werd Ubbo Emmius gevraagd rector te worden van de Latijnse school aldaar.

In 1612 besloot het provinciale bestuur van Groningen een "illustere school" op te richten, de voorloper van de universiteit. De Academie werd in 1614 geopend met Ubbo Emmius als eerste rector magnificus en professor Grieks en geschiedenis. Hij wijdde een groot deel van zijn leven aan een geschiedschrijving van Friesland. Zijn Rerum Frisicarum Historiae verscheen in 60 delen in de periode tussen 1592 tot 1616.

Ubbo Emmius stierf op 9 December 1625. Zijn grafsteen, te zien in de hal van het academiegebouw, draagt de tekst: "Voor de onsterfelijke nagedachtenis aan de vermaarde en vrome grijsaard Ubbo Emmius, een Fries uit Greetsiel, eerste rector van de academie, theoloog der zuivere leer, uitnemend filoloog, volmaakt geschiedschrijver."

Meer weten?

Het UEF is er voor donateurs, foundations, alumni en iedereen die nieuwsgierig is naar de toekomst.

Neem contact met ons op